Laat jongeren goed landen!

De kranten staan er vol mee. Berichten over werkgevers die op zoek zijn naar personeel en berichten over de afgenomen werkloosheid onder jongeren. Echter, als je beter onder de motorkap kijkt, zijn het met name jongeren in een kwetsbare positie die niet profiteren van deze economische voorspoed. Het aantal jongeren dat geen scholing volgt of geen baan heeft, is toegenomen. En dat is zorgwekkend te noemen, omdat juist deze jongeren een groter risico lopen op langdurige werkloosheid, armoede en schulden, dakloosheid, psychische problemen en een sociaal isolement.

Afgezien van de langdurige uitkeringsafhankelijkheid en het verlies aan arbeidspotentieel, is de kans ook groter dat deze jongeren eerder afglijden naar criminaliteit en/of radicaliseren. Niet voor niets is jeugdwerkloosheid een van de speerpunten in de Regionale Mobiliteitsteams.

Angèle Welting, directeur WSP Midden-Gelderland

In Midden-Gelderland is recent de Regionale Aanpak Jeugdwerkloosheid vastgesteld. Een mooi plan waar de sociale partners in de regio achter staan, met als adagium: we laten geen jongere vallen!
Deze aanpak vraagt om professionals die weten aan te sluiten bij de jongeren. Die laten zien waar de kansen zitten, waar nodig meehelpen met het zoeken naar de juiste baan en een steuntje in de rug kunnen geven. En het vraagt werkgevers die openstaan voor jongeren, ook als ze niet helemaal matchen of wat meer begeleiding vragen. Maar hoe ver kun je daarin gaan? Wat mag je vragen van werkgevers? We adviseren als WSP Werkgeversservicepunt veel werkgevers, die echt het hart op de goede plek hebben en jongeren een kans willen geven, maar die als werkgever eerlijk aangeven daar soms ook ondersteuning bij nodig te hebben.

Veel jongeren maken een verkeerde studiekeuze en hebben geen goed beeld van bepaalde beroepen. Laten we daarom het adagium uitbreiden; we laten jongeren én werkgevers niet los maar kijken met elkaar wat nodig is voor een goede match. Breng werkgevers en jongeren meer in contact met elkaar, vooral in de oriëntatiefase. Sluit daarbij aan bij de leefwereld van jongeren. Een mooi voorbeeld is hoe jongeren aan het eind van hun studie met VR-brillen en korte filmpjes kennis kunnen maken met werkgevers in de regio en vervolgens tot een match kunnen komen.

En laat je als werkgever adviseren over begeleiding als dit nodig is, of dit nu een jobcoach op de werkvloer is, hulp bij schulden of een taalmaatje. En blijkt de match toch niet optimaal, pak meteen door en wacht niet tot de jongere weer langs de kant staat. Biedt een leerwerktraject wellicht uitkomst? Of kan iemand via praktijkleren een diploma halen?

Bij al deze stappen zijn vaak meerdere mensen betrokken. Het vraagt professionals die goed met elkaar samenwerken, die openstaan voor elkaars expertise en kennis. Met elkaar de handen ineen slaan en ieder laten doen waar hij goed in is, dat is wat publiek-private samenwerking voor mij in de praktijk inhoudt. Mogelijk kan de samenwerking van allerlei partijen in de Regionale Mobiliteitsteams als goed voorbeeld dienen hoe we meer ontschot kunnen werken. Zodat niet de regeling leidend is, maar dat wat nodig is. Dat is werken vanuit de bedoeling. Laten we daar de focus op houden. Elke jongere in Nederland telt mee en verdient een duurzame plek op de arbeidsmarkt.

Angèle Welting, directeur Werkgeversservicepunt Midden-Gelderland

Februari 2022