Statushouders werken én leren bij The Greenery

Statushouders helpen in hun ontwikkeling op de arbeidsmarkt door te zorgen voor werk én taalles op de werkvloer. Dat is het doel van een nieuw samenwerkingsverband van uitzendorganisatie Olympia, taalschool NLtraining, drie gemeenten en groente- en fruitbedrijf The Greenery in Barendrecht. In juni begonnen de eerste twee groepen statushouders aan dit ontwikkeltraject. Het doel is dat ze na een halfjaar doorstromen binnen The Greenery of naar een andere werkgever.

The Greenery is een internationale verkooporganisatie van verse groenten en fruit. Voor dit type productiebedrijf met grote seizoenschommelingen werken er relatief veel vaste medewerkers (120), bijgestaan door zo’n 150 uitzendkrachten. “Als bedrijf willen wij mensen kansen bieden, ook statushouders. Dat zien we als een sociale plicht,” schetst Hafid Ben Sadik (teammanager productie). “Doordat wij veel verschillende functies hebben, kunnen mensen vrij gemakkelijk ergens ‘instappen’ en daarna doorstromen. Daarvoor moeten ze wel wat Nederlands of Engels kunnen.”

Werk vraagt om taalontwikkeling

Voor statushouders is verdere taalontwikkeling belangrijk om werk te kunnen vinden, wat weer bijdraagt aan hun integratie. Hiervoor een leerwerktraject organiseren, vereist goede begeleiding en daardoor vooral goede samenwerking. Uitzendorganisatie Olympia heeft al meer ervaring met begeleiding van statushouders en zag kansen bij The Greenery, zeker samen met NLtraining. “Wij werken al nauw samen met gemeenten voor taallessen voor de inburgering,” zegt projectleider Jeanette Kruger van NLtraining. “Om goed aan het werk te kunnen is, vaak wel wat extra nodig. Dat organiseren we nu met elkaar.”

De aanpak

Samen met de gemeenten Barendrecht, Albrandswaard en Ridderkerk zorgt NLtraining voor de eerste selectie van kandidaten uit gemeentelijke bestanden en uit hun eigenbestand. Daarna volgt een intake bij Olympia. Zo werden de eerste twee groepen uitzendkrachten geselecteerd die half en eind juni aan de slag gingen. Zij werken vier dagen per week met een uitzendcontract (gegarandeerd minimaal 28 uur) en komen zo uit de uitkering. Daarnaast volgen ze één dag per week taalles bij de werkgever.

De uitzendconstructie maakt het veilig voor een werkgever. “Wij zijn immers risicodrager,” zegt Joop de Boer (landelijk accountmanager werkgeversservicepunten) van Olympia. “Na een halfjaar weten we veel meer over de capaciteiten van deelnemers en kunnen ze in vaste dienst komen bij The Greenery of elders doorstromen naar werk. Ons doel is vooral dat ze aan het werk blijven, de taal leren en dus doorstromen.”

Toetsen

Bij aanvang maken deelnemers een toets gericht op taal op de werkvloer. Kruger: “Wat kan iemand al? En wat heeft iemand nodig in het werk? Dat bekijken we. Na 15 weken taalles volgt een nieuwe toets en kijken we verder. Dan kunnen we bijvoorbeeld nog eens tien weken taalles geven als dat wenselijk is. Afhankelijk van iemands talenten en leerbaarheid kijken we wat er mogelijk is. Dat is echt maatwerk.”

Volgens Kruger en De Boer zit er veel talent onder de statushouders. De Boer: “Veel mensen zijn goed opgeleid en ze zijn gemotiveerd. Ze kunnen en willen dus leren. Dat is een belangrijke voorwaarde waardoor ze zich kunnen ontwikkelen. Je moet ze wel op weg helpen, vooral met de taal en in het begin wat extra begeleiding. Dan kunnen de talenten er ook uitkomen. Het zou heel verstandig zijn als de BV Nederland hierin zou investeren. In het begin is het vooral een investering. Zo zien wij dat ook. Natuurlijk zijn wij en The Greenery gewoon commerciële bedrijven, maar het commerciële belang laten we in het begin soms ook een beetje vieren. Zo ontstaat er meer ontwikkelruimte.”

Eerst ervaringen

De eerste ervaringen van The Greenery zijn positief. Ben Sadik: “We werken met kleine groepen van vijf of zes statushouders, zodat we goede begeleiding kunnen bieden. Ze werken gewoon mee met alle uitzendkrachten. We maken geen uitzonderingen. Zelf hoeven wij niet veel extra begeleiding te bieden. Dat doet Olympia vooral bij de start. Na een paar uur kon iedereen al gewoon meedraaien. En juist in de werkomgeving kun je de taal snel leren. Wat mensen bij de taaltraining leren, kunnen ze gelijk toepassen op de werkvloer. Daar ontstaan ook waardevolle sociale contacten.”

Deze aanpak kan op veel meer plaatsen worden ingezet. Belangrijke voorwaarden zijn: goede samenwerking, begeleiding en een werkgever die dit wil omarmen, schetst De Boer. “Je moet ook wat extra willen doen. Het moet zorgvuldig en kan alleen in kleinere groepen. Zo kun je goede begeleiding en maatwerk bieden. Je kunt geen ‘bussen vol’ statushouders tegelijk inzetten. Dat werkt niet. Met kleine groepen wel en dan biedt dit kansen voor werk in heel veel sectoren.”

“Ik wil werken, maar moet de taal beter leren”

Berhe Weldeselasi Okbatnsae (34) komt oorspronkelijk uit Eritrea en begon als statushouder half juni met inpakwerk van vers groente en fruit. “Daar ben ik heel blij mee, want ik wil graag werken. Maar daarvoor moest ik wel de taal beter leren en dat doe ik nu ook. Dat gaat goed.” Berhe pakt nu dagelijks de bus van zijn woonplaats Ridderkerk naar Barendrecht. “Dat is goed te doen. Het werk is heel belangrijk voor mij. Ik word er blij van. Ik vind het ook belangrijk omdat ik hiermee een nieuwe toekomst kan opbouwen in Nederland.”

Meer informatie over deze case? Vul het onderstaande formulier in.

Andere praktijkverhalen