Een publiek-privaat inclusiebedrijf, wie durft?

Sinds acht jaar ben ik als boegbeeld van ‘Op naar de 100.000 banen’ betrokken bij de Banenafspraak. Ik verwelkom elk initiatief dat duurzame banen voor mensen met een arbeidsbeperking dichterbij brengt. Publiek-private samenwerking kan daar – veel meer dan nu nog het geval is – een rol in gaan spelen.

Toch worstel ik al mijn hele werkzame leven met publiek-private samenwerking. In mijn ABU jaren waren wij al pleitbezorgers. Dat deden we ook toen de Arbeidsvoorziening, het CWI, UWV, het Werkbedrijf (allemaal andere namen voor het oude arbeidsbureau) het nog niet zagen zitten. Maar ook daar kwam, ergens in het begin van deze eeuw, een kentering in. Langzaam maar zeker werd de rol van andere intermediairs, uitzenders in het bijzonder, steeds meer gezien door de publieke arbeidsvoorziening. Toch vallen mij de resultaten nog steeds tegen. Het blijkt een moeilijk veld om in te werken. Samenwerken is überhaupt moeilijk. Zowel tussen publiek en privaat, als tussen de private partijen onderling.

Aart van der Gaag, boegbeeld van het project ‘Op naar de 100.000 banen’

Brancheorganisaties kunnen de voorwaarden scheppen, maar hun leden moeten het uitvoeren. Dat zijn ook weer concurrenten van elkaar. Bovendien mag niet alles zomaar, want er bestaat mededingingswetgeving.

Op het moment dat én uitzenders én re-integratiebedrijven én scholingsorganisaties met elkaar moeten gaan werken, wordt het wel uitdagender, maar niet makkelijker.

Maar ook publiek-publiek samenwerken, is niet makkelijk. Denk aan al die wel of niet gelukte samenwerkingen tussen gemeenten en UWV. Het hangt af van mensen, van hun gevoel van urgentie, van de belangen en van het gevoel echt bij de samenwerking betrokken te zijn (is it invented here?).

En toch moet je de moed nooit opgeven. De uitdagingen en kansen zijn groot. Vanuit mijn motief (zoveel mogelijk mensen aan het werk in een inclusieve samenleving) vormt de samenwerking tussen publieke en private partijen nog steeds een wenkend perspectief.

Het doel moet leidend zijn. Het doel binnen de Banenafspraak is werk voor mensen, die een extra zetje nodig hebben. Veel individuele werkgevers doen op dat vlak geweldig werk. Maar wat zouden we kunnen bereiken met nog meer samenwerking tussen de dienstverleners op de arbeidsmarkt?

Ik stel me voor dat er samenwerkende conglomeraten van publieke en private partners komen. Misschien zelfs in afzonderlijke rechtsvormen. Laat UWV en leden van ABU, Cedris, OVAL en NRTO om maar iets te noemen, een compleet ontzorgd aanbod verzorgen voor bedrijven die het pad van inclusie inslaan. En dan ook nog op zo’n manier dat het kostenaantrekkelijk blijft. Klinkt het te abstract? Een inclusiebedrijf waar de publieke en de private partners ieder aandelen hebben, is een bedrijf zonder onderlinge concurrentie. Het is een samenwerkend bedrijf. Het is ook nog eens non-profit en kan zich ontwikkelen naar een regionaal en landelijk netwerk, volledig gericht op uitvoering.
Het kan. Maar wie durft?


Aart van der Gaag is boegbeeld van het project ‘Op naar de 100.000 banen’, opgericht op initiatief van VNO-NCW, MKB Nederland en LTO Nederland om werkgevers te informeren en inspireren rond de Banenafspraak, het doel om voor 2026 100.000 nieuwe banen voor mensen met een arbeidsbeperking te realiseren.

December 2022